leerlijn onderbreken (bijvoorbeeld voorschoolse opvang, bovenbouw voortgezet onderwijs, mbo) en die in de
komende jaren zouden moeten worden opgelost om die doorgaande leerlijn te borgen.

2. Zichtbaarheid: hoe staan de partijen tegenover het idee dat het Fries in alle domeinen – recht, bestuur, onderwijs, zorg, media, economisch verkeer, etc. – zichtbaar en bruikbaar zou moeten zijn? Zichtbaarheid gaat verder dan bordjes op de balie, het gaat ook om taalbeleid bij overheidsinstanties, het gebruik van het Fries door bestuurders en het ondersteunen van ambities met het Fries in alle domeinen van onze samenleving. Hiervoor is een leidende, aansporende en voorbeeldgevende rol voor GS weggelegd.

3. Toekomstperspectief: waar willen we met het Fries staan in 2050? Er ontbreekt een grote lijn, een ambitie die het fundament vormt onder alle andere afspraken over het Fries die we met elkaar maken. Het komende college zal de lijnen moeten uitzetten waarlangs Fries taalbeleid voor de lange termijn vormgegeven wordt. Dit is een erg lastige, maar ook erg mooie opdracht voor het aanstaande provinciebestuur.

Lees hier de volledige adviesbrief aan formateur Brouwer.

" />

DINGtiid geeft formateur Brouwer handvatten voor Fries taalbeleid

25/04/2023

Burgemeester Oebele Brouwer van Achtkarspelen is in april 2023 als formateur begonnen om BBB, Pvda, CDA en ChristenUnie te helpen om te komen tot een provinciaal coalitieakkoord op hoofdlijnen. DINGtiid heeft Brouwer in een adviesbrief een aantal handvatten gegeven over hoe Fries taalbeleid een rol kan spelen bij het vormgeven aan een nieuwe provinciale coalitie. 

In de loop van het afgelopen decennium heeft DINGtiid gemerkt dat enkele grote lijnen in het provinciale taalbeleid belangrijk zijn voor de langere termijn. Zulke lijnen worden uitgelegd in de vijfjaarlijkse Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur (BFTK), die ook dit jaar weer wordt ontworpen, nu voor de periode 2024-2028. De komende coalitie zal hier dus veel mee te maken krijgen. De lijnen in de BFTK vragen hiermee ook om politiek draagvlak. Grofweg zijn de volgende beleidslijnen dragend onder het taalbeleid:

1. Doorgaande leerlijn: hoe staan de partijen tegenover het idee dat Friese kinderen, van peuterspeelzaal tot en met het hoger onderwijs, de Friese taal zouden moeten kunnen leren, zoals ook is afgesproken in het Europees Handvest? Nu zijn er nog belangrijke obstakels, die deze leerlijn onderbreken (bijvoorbeeld voorschoolse opvang, bovenbouw voortgezet onderwijs, mbo) en die in de
komende jaren zouden moeten worden opgelost om die doorgaande leerlijn te borgen.

2. Zichtbaarheid: hoe staan de partijen tegenover het idee dat het Fries in alle domeinen – recht, bestuur, onderwijs, zorg, media, economisch verkeer, etc. – zichtbaar en bruikbaar zou moeten zijn? Zichtbaarheid gaat verder dan bordjes op de balie, het gaat ook om taalbeleid bij overheidsinstanties, het gebruik van het Fries door bestuurders en het ondersteunen van ambities met het Fries in alle domeinen van onze samenleving. Hiervoor is een leidende, aansporende en voorbeeldgevende rol voor GS weggelegd.

3. Toekomstperspectief: waar willen we met het Fries staan in 2050? Er ontbreekt een grote lijn, een ambitie die het fundament vormt onder alle andere afspraken over het Fries die we met elkaar maken. Het komende college zal de lijnen moeten uitzetten waarlangs Fries taalbeleid voor de lange termijn vormgegeven wordt. Dit is een erg lastige, maar ook erg mooie opdracht voor het aanstaande provinciebestuur.

Lees hier de volledige adviesbrief aan formateur Brouwer.