Lees hier het volledige rapport Governance Frysk taalbeleid (mei 2017)

" />

Onderzoeksrapport: Governance Fries taalbeleid

05/05/2017

Hoe zit het precies met de (financiële) relatie en de afspraken rond governance tussen een aantal Fryske instellingen en de provincie Fryslân. In het onderzoek is gekeken naar wat er over taalbeleid precies is afgesproken en hoe dat via ‘productafspraken’ tussen provincie en Fryske instellingen is geconcretiseerd. Het onderzoek is opgezet als een casusonderzoek bij vier Fryske instellingen: Afûk, Cedin, Tryater en It Skriuwersboun.

Het taalbeleid heeft de vorm van afspraken met uitvoerende instellingen over de besteding van zogenoemde productsubsidies en/of opdrachten voor specifieke projecten of onderzoek. De keuze van instellingen die subsidie krijgen en het bepalen van de hoogte van de subsidie zijn in belangrijke mate historisch bepaald. De subsidiesystematiek geeft de instellingen mede daardoor een redelijke mate van zekerheid over de (continuering van) subsidies, en een zekere mate van flexibiliteit om, in overleg met de provincie, (projectmatige) activiteiten in te vullen.

Abstracte doelen

De (hoofd)doelen van de provincie rond het taalbeleid zijn redelijk abstract, nietkwantitatief en algemeen geformuleerd. Er lijkt geen structurele plek voor beleidsanalyse in het taalbeleid, in termen van een systematische en regelmatige probleemanalyse, en analyse van effectiviteit van beleidsinstrumenten. De probleemanalyse komt “van onderop”, is incrementeel en vooral gebaseerd op signalen uit het werkveld. Een bevinding is dat de betrokken partijen dat in beginsel een prettige benadering vinden, omdat het continuïteit geeft, in combinatie met een redelijke mate van autonomie en flexibiliteit voor de instellingen. Desondanks kan een systematische aanpak vanuit de stappen van een beleidscyclus, inclusief regelmatige beleidsanalyses en -evaluaties, het taalbeleid beter onderbouwen.

Controle en monitoring is in de praktijk vooral financieel-administratief van aard. (Beleids)inhoudelijke verantwoording loopt vooral via het ambtelijke overleg met de provincie. Provinciale Staten zijn niet of nauwelijks direct betrokken bij het beleid van de instellingen. Het taalbeleid komt als onderdeel van het integrale beleid rond cultuur, onderwijs, taal en sport aan de orde.

Ambtelijk overleg

Uit de analyse komt over het algemeen een grote mate van tevredenheid naar voren over hoe de sturing en de relatie met de provincie in de praktijk werken. Het ambtelijk overleg met de provincie is een kernelement in die relatie en wordt positief beoordeeld. Over het algemeen ervaren de instellingen binnen de kaders van het taalbeleid voldoende flexibiliteit om activiteiten en projecten te ontwikkelen. Denkbaar is om – vergelijkbaar met bijvoorbeeld de bekostigingsstructuur in de podiumkunsten – een sterker onderscheid te maken tussen subsidies voor basisinfrastructuur en voor de ontwikkelfunctie. De subsidie voor basisinfrastructuur is dan bedoeld voor het in standhouden van (kennis en expertise bij) een aantal voor het taalbeleid belangrijke instellingen. De ontwikkelfunctie kan de vorm hebben van een fonds waaruit innovatieve projecten en activiteiten worden bekostigd. Dit versterkt aan de ene kant de zekerheid voor de basisinfrastructuurinstellingen, en aan de andere kant maakt het meer open innovatie mogelijk.

Lees hier het volledige rapport Governance Frysk taalbeleid (mei 2017)